Maar liefst 39 procent van de Nederlandse jongeren (22 tot 35 jaar) heeft vanwege de huidige situatie op de woningmarkt wel eens overwogen om te emigreren.
Dit blijkt uit de Startersbarometer van Viisi Hypotheken, een periodiek onderzoek onder 1.020 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar oud, uitgevoerd door PanelWizard. Door de oververhitte huizenmarkt en het bijbehorend onvermogen om een eigen woning te kopen, stelt de helft van de ondervraagden momenteel minder ver in hun leven te zijn, dan ze op voorhand hadden verwacht.
Het percentage jongeren dat zich geremd voelt in hun ontwikkeling is met 55 procent het hoogst in de leeftijdscategorie 30 tot 35 jaar. Onder twintigers bedraagt dit 47 procent. “Waar je in het verleden vaak al als twintiger een eerste woning kocht, is dit nu nog maar voor een enkeling weggelegd”, zegt Hergen Dutrieux, co-founder van Viisi Hypotheken. “Jongeren moeten hierdoor langer duur huren, waardoor ze logischerwijs pas op latere leeftijd de stap zetten naar samenwonen, trouwen en/of gezinsuitbreiding. Dat een groot gedeelte van hen zelfs overweegt om te emigreren, laat zien hoe groot de wanhoop is.”
Door de groeiende krapte op de woningmarkt, zijn veel Nederlandse starters somber gesteld over hun huidige- en toekomstige kansen op een eigen huis. Zo gaat maar liefst 77 procent van de respondenten ervan uit dat zij in de komende twaalf maanden geen eigen woning (kunnen) kopen. Als een gevolg hiervan zegt een kwart van alle jonge Nederlanders dat zij momenteel gedwongen met huisgenoten (anders dan een partner of gezin) woont. Van hen zou 57 procent – wanneer mogelijk – het liefst vandaag nog verhuizen. Dutrieux: “Het lijkt erop dat Nederlandse jongeren onevenredig hard geraakt worden door de huidige situatie op de woningmarkt. Niet alleen woont bijna een kwart van de ondervraagden hierdoor tegen zijn zin met huisgenoten, het CBS stelde eerder dit jaar dat één op de vijf Nederlandse jongeren tot 35 jaar nog bij zijn of haar ouders woont. Om er toch tussen te komen, zien we dat jonge koopstarters steeds grotere risico’s nemen, zoals overbieden en/of hun studieschuld verzwijgen. De kans neemt daardoor toe dat zij in de toekomst het slachtoffer worden van een eventuele daling van de huizenprijzen. Het is aan de overheid om deze gevaarlijke spiraal te doorbreken en tot een duurzame oplossing te komen.”
Terwijl de Nederlandse overheid juist recent maatregelen heeft getroffen om de positie van starters te verbeteren, is het grootste gedeelte van de ondervraagden weinig optimistisch over hun toekomstige kansen op de woningmarkt. Zo noemt maar liefst 82 procent een eigen koopwoning op dit moment onbereikbaar. Negen op de tien ondervraagden verwachten zelfs dat hun positie het aankomende kwartaal verder zal verslechteren. Dutrieux: “Het lijkt erop dat de oververhitte huizenmarkt een groot gedeelte van de starters financieel buitenspel heeft gezet. De oplossing voor dit probleem is in mijn optiek niet een verdere versoepeling van de leenregels, omdat je hiermee de relatieve positie van starters niet verbetert. Logischer is een pakket van maatregelen dat de gemiddelde huizenprijs niet nóg verder opdrijft. Denk hierbij aan het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, een belasting op verkoopwinst of het weren van beleggers in populaire woongebieden. Ook iets eenvoudigs als een ruimere wettelijke bedenktermijn bij aankoop, zou starters helpen.”