De zomer staat voor de deur en deze belooft weer droog en warm te worden. Laat je planten en gazon niet uitdrogen en sproei regelmatig.
Het zet geen zoden aan de dijk om vaak en kort de gieter te pakken en water te geven. Je kunt beter wat minder vaak grondiger water geven, zodat het water naar beneden zakt en ook de diepe wortels bereikt. 10 - 30 liter per vierkante meter is het beste. Steek gerust een keer een spade in de grond en duw deze licht uit elkaar. Zo zie je het beste hoe diep het water in de bodem is doorgedrongen.
Hoe vroeger je op een dag in de zomer water geeft, hoe beter voor het gazon, de bloemen en planten. In de ochtend kan het water goed in de bodem doordringen en kan het snel door de wortels opgenomen worden. Geef nooit in de middag water, omdat het grootste deel van het water bij warm weer verdampt voordat het door de aarde wordt opgenomen. Bovendien werken druppels die op de bladeren achterblijven als vergrootglas en kunnen daardoor brandplekken veroorzaken. 's Avonds water geven is ook niet ideaal, omdat de bladeren 's nachts nat blijven, wat schimmelziekten kan veroorzaken. Bovendien komen ook slakken sneller op de planten af.
Dat verschilt. De planten die in de volle zon staan hebben natuurlijk meer water nodig dan planten die op schaduwrijke plaatsten staan. Daarnaast zijn sommige planten dorstiger (bijvoorbeeld de fuchsia) dan andere. Over het algemeen kunnen we stellen dat hoe groter de bladeren, hoe meer water de plant nodig heeft. Zaailingen en net geplante planten hebben een tijdje elke dag water nodig.
Trouwens: geef je planten water voordat ze hun bladeren laten hangen. Zo ‘dwing’ je ze lange wortels te ontwikkelen, waardoor ze de ook dieper in de grond water kunnen halen. Hier worden de planten weer sterker van.
Ook bij het gazon gaat men zo te werk: Bij droogte kan het gazon het beste een- tot tweemaal per week worteldiep gesproeid worden. We adviseren rond de 10 tot 15 liter water per vierkante meter gazon. Onder de bomen heeft de beplanting meer water nodig, omdat bomen water onttrekken.
Bij je gazon kun je op dezelfde wijze te werk gaan. Het is voldoende om het gazon een- of tweemaal per week te sproeien. Sproei dan wel overvloedig, omdat het water in ieder geval 15 cm moet zakken. Omdat je moeilijk je gazon kunt omspitten om te kijken of je voldoende hebt gesproeid, kun je het beste alle lossere grondsoorten om de drie dagen 15 liter water per vierkante meter geven. Bij vastere, kleiachtige aarde moet je de waterkraan langer open laten staan. Tot 20 liter per vierkante meter volstaat hier.
Je kunt de sproeiwerkzaamheden natuurlijk ook uit handen geven; een mechanisch en geautomatiseerd systeem kan je helpen!
Als je regelmatig grote oppervlakken moet sproeien, is een zwenksproeier ideaal. Je sluit de sproeier aan op de waterslang, draait de kraan open en voilà, het water wordt gelijkmatig over het oppervlak gesproeid. Zo gaat het ook met een cirkelsproeier, die vaak voor het gazon wordt gebruikt. Ze sproeien in een cirkel en laten zich afhankelijk van het model en opstelling ook gecombineerd gebruiken. Trouwens: indien je tuinslang te kort is of je tuin te groot, dan kun je een slangwagen van WOLF-Garten gebruiken. . Dan heb je ineens veel meer meters tot je beschikking.
Computergestuurde bewateringssystemen zijn ook in particuliere tuinen in opmars. Geen wonder. Ze laten zich van tevoren instellen en worden dan automatisch ingeschakeld. Een volautomatisch systeem mag dan heel handig en betrouwbaar zijn, aan dergelijk comfort hangt wel een prijskaartje. Of het de investering werkelijk waard is, is aan jou.
Het oudste bewateringssysteem heeft nog altijd bestaansrecht. Met de gieter bepaal je zelf welke plaatsen in je tuin je veel water geeft. Je kunt met het opzetstuk kleine beetjes water gelijkmatig en voorzichtig over kwetsbare planten gieten. Of je haalt het opzetstuk eraf en giet met een harde straal in een keer veel water.
De gieter heeft nog een bijkomend voordeel ten opzichte van een bewateringssysteem: Bij vaste planten of groentegewas kun je gericht op de aarde gieten, waardoor je voorkomt dat het water op de bladeren terechtkomt en daar druppels vormt.