Mei 2018 heeft voor een record gezorgd op de Nederlandse huizenmarkt: de huizenprijs is op het hoogste niveau ooit gekomen.
Per maand werd je huis maar liefst in één jaar tijd ruim tweeduizend euro meer waard!
Vorige maand zijn de huizenprijzen gemiddeld met 8,9% gestegen in vergelijking met één jaar geleden. Dit zeggen de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster.
Na de enorme daling van de prijzen op de huizenmarkt zagen we sinds medio 2014 een geleidelijk herstel, dat nu tot recordhoogte is gekomen. Het begon allemaal het het diepe dal als consequentie van de kredietcrisis. Met het record van mei is dus ook de piek van de late zomer van 2008 gepasseerd. Als we in procenten denken liggen de huizenprijzen maar liefst 0,6% hoger ten opzichte van 10 jaar geleden, en sinds het dal van de huizenmarkt van 15 jaar geleden zijn de huizenprijzen inmiddels geklommen met 28%.
Twee factoren spelen in het bijzonder mee bij de procentuele groei van de huizenprijzen (een maandelijks gemiddelde van 5-10% sinds 2016): het herstel van de economie en de zeer lage hypotheekrentes. De gemiddelde prijs van een huis lag in mei op 283.945 euro. Een jaar eerder was lag dit op 259.615 euro: een stijging van 24.330 euro in één jaar tijd! Omgerekend in maanden betekent dit 2.028 per maand. Als we dit naast onze inkomens zetten, ligt dit bedrag aanzienlijk hoger dan het minimumloon.
De spanning op de woningmarkt zorgt ook voor een verdere daling van de huizenverkopen. De maand mei toonde in de hoeveelheid verkopen een daling van bijna 10% ten opzichte van een jaar geleden. Makelaars komen in zwaar weer en dit heeft op zijn beurt consequenties voor jou als (ver)koper. Kijk goed naar waar de verschillen liggen in makelaarsland en vergelijk verkoopmakelaar offertes voordat je de stap maakt.
Een paar belangrijke factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de huizenprijzen zijn: vraag, aanbod, hypotheekrenteaftrek en de economische ontwikkelingen zoals rente en koopkracht. Tevens is het ook belangrijk om te denken vanuit het type woning en regio.
Een aantal villa’s en vrijstaande huizen in het duurdere segment zijn voor een vrij groot deel van de babyboomgeneratie. De verwachting is dat deze groep de komende tijd gaat verschuiven naar kleinere woningen, denk aan seniorenwoningen. De generatie na de babyboomers is minder kapitaalkrachtig, waardoor het aanbod groter wordt dan de vraag met prijsdaling als gevolg.
Naar verwachting van de vraag naar appartementen in de lift gaan, door de toename van eenpersoonshuishoudens. Dit zorgt voor een daling van de vraag naar eengezinswoningen, waardoor de prijzen van de grotere woningen onder druk zullen komen te staan.
Wanneer de bevolking krimpt neemt de vraag naar woningen in de desbetreffende regio’s ook af. De huizenprijzen blijven in deze regio’s ook achter en zullen (relatief) dalen. Denk hierbij aan regio’s buiten de Randstad, waar er een geringe (of geen) economische motor aanwezig is.
Het jaar 2018 is een goed jaar voor de woningmarkt en de prognose voor 2019 wijst ook op verder herstel. Het lijkt erop dat ook buiten de Randstad de huizenprijzen omhoog zullen gaan. Timing is alles. Politieke invloeden (hypotheekrenteaftrek) zijn van groot belang om een concretere prognose te kunnen geven. Een voorzichtig advies is: wacht niet te lang met het kopen van een andere woning.
