Foto: gloeilamp-verlichting

4 tips bij het kiezen van verlichting

Bij het vervangen van een lampje is het niet altijd verstandig om simpelweg naar de bouwlamp te gaan en een andere standaard peer te halen.

Zo’n lampje hangt er soms al heel lang en het kan slim zijn om een andere lamp te kiezen die beter past bij de situatie. Omdat de keuze tegenwoordig heel groot is geven we wat tips bij het kiezen van de juiste lamp.

Kies voor de juiste lampvorm

De tijd van de standaardpeer is voorbij. Op dit moment kun je kiezen uit allerlei lampvormen. De eerste vraag die je jezelf moet stellen is of de lamp alleen functioneel moet zijn of vooral decoratief. Zit de peer in een bepaalde kap of armatuur dan is de lamp vooral functioneel. Het is dan vooral slim om te kijken waar het licht heen moet schijnen. Zit de lamp ingebouwd dan heeft het geen zin om een lamp te pakken die helemaal rond schijnt. Een spot of reflectorlamp is dan logischer. Het omgekeerd kan ook het geval zijn. Als je geen last wilt hebben van het felle licht van een peer dan kun je juist kiezen voor een kopspiegellamp. Deze lampen reflecteren het licht terug naar de fitting zodat je niet direct in de lichtbron kijkt.

Is je lamp bedoeld als decoratie op zich dan kun je beter kiezen voor een designlamp. Deze bestaan in allerlei maten en vormen en kunnen echt de aandacht trekken in je interieur. Een ‘simpele’ Edison of globelamp kan al erg mooi zijn, vooral in combinatie met een mooi filament (het ‘gloeidraad’ in de lamp). Maar fabrikanten maken nu ook lampen in de meeste indrukwekkende vormen zoals een gewei, peper of dennenappel. Dit zijn vaak duurdere lampen en budget is dus ook een overweging.

Neem een kleurtemperatuur die past bij de ruimte

Iets wat je zeker niet moet negeren is de kleurtemperatuur van de lamp. Het is verstandig om te kiezen voor een kleurtemperatuur die past bij de ruimte. Voor sfeervol licht in de woonkamer ’s avonds kies je het beste voor een warme kleurtemperatuur van 2700 Kelvin of lager. Bij een functionelere ruimte zoals een keuken of badkamer kun je gaan voor wat koeler licht rond 4200 Kelvin. Ben je op zoek naar zeer neutraal natuurgetrouw licht dan kies je voor een lamp rond 6500 Kelvin. Dit wordt gezien als wit licht en weergeeft alle kleuren het meest neutraal.

Kies het juiste wattage

Als je kiest voor dezelfde lamp als voorheen kun je simpelweg kijken naar het wattage van de vorige lamp. Maar als je bijvoorbeeld een gloeilamp hebt en over wilt stappen naar LED dan kun je niet hetzelfde wattage pakken want een LED lamp verbruikt natuurlijk veel minder stroom. Bij veel LED lampen staat welk wattage (gloei)lamp de lamp vervangt. Maar staat dit niet aangegeven dan kun je ongeveer uitgaan van het aantal lumen. Dit geeft aan hoeveel licht de lamp daadwerkelijk geeft. Dit kun je altijd 1 op 1 vergelijken. Als vuistregel kun je ook aanhouden dat het aantal lumen van een gloeilamp gedeeld door 10 het wattage van een vervangende LED lamp is.
Houd verder ook rekening met de kleur van het glas als je een andere lamp geeft. Een lamp met helder glas van 7 watt geeft meer licht dan een lamp met goud getint glas van 7 watt. Daarnaast zit er ook nog kwaliteitsverschil tussen verschillende merken als het gaat om het aantal lumen.

Ga voor gemak

Het mooie van moderne techniek is dat ze het dagelijks leven makkelijker kunnen maken. Dat geldt ook voor lampen. Heb je bijvoorbeeld een ruimte waar je vaak in en uit moet, zoals een bergruimte, dan kun je kiezen voor een lamp met sensor. Er zijn zelfs lampen met een sensor in de peer zelf. Je hoeft dan niet telkens het licht aan en uit te doen.
Maar ook op het gebied van SMART home zijn er veel lampen te vinden. Je hebt lampen met bluetooth maar ook lampen die aangesloten zitten op je wifi netwerk. Zo kun je verlichting op afstand in en uitschakelen en vaak ook de kleuren veranderen. Handig als je bijvoorbeeld later thuis komt maar voor de veiligheid een lamp in wilt schakelen thuis.

Reacties