Steeds meer bladeren vallen van de bomen. Maak je paden en tuin bladvrij en zet je kuipplanten op een beschutte plek.
Om ervoor te zorgen dat het gazon onder de dikke laag herfstbladeren niet rot, is het belangrijk deze regelmatig te verwijderen. Hiervoor kun je het beste een bladhark of een bladblazer gebruiken. De bladeren kun je het beste op de composthoop gooien. Je kunt een grondmonster nemen om te kijken of je het gazon moet bekalken.
In september en oktober kruipen de vleugelloze vrouwtjes van de kleine wintervlinder in de bomen. Om de bomen te beschermen tegen plagen kun je lijmringen rondom de stam wikkelen. Verder kun je de stam van fruitbomen witkalken ter bescherming tegen andere plagen.
In oktober mag je weer volop snoeien. Als je de liguster, Japanse hulst of taxus, die slechts een paar zijscheuten hebben, flink terugsnoeit, stimuleer je de groei voor het volgende voorjaar.
Aan het einde van deze maand is het ook tijd om de pitvruchtbomen terug te snoeien. Andere bomen, zoals bijvoorbeeld walnoot, ahorn, berk en beuk, bloeden in de herfst sterk. Daarom snoei je deze pas in het voorjaar.
Jonge fruitplanten maken tot aan de eerste vorst nieuwe wortels aan en kunnen in oktober in de grond gezet worden. Belangrijk is een gemengde beplanting die een gunstig effect heeft op de bemesting en daarmee ook op de overvloed aan gewassen.
Struikrogge en bodembedekkers overwinteren graag onder een beschermende laag bladeren. Hier hoef je de bladeren dus niet te verwijderen.
Voordat je de laatste uitgebloeide plantdelen en bloemen uit de bedden verwijdert, kun je de zaden verzamelen die je het jaar erop weer kunt zaaien.
Het snoeien van bepaalde struiken zoals de vetkruid kun je beter tot het voorjaar kunt uitstellen en andere planten zoals de aster lijden er zelfs onder als je ze in de herfst snoeit. Dahliaknollen moet je tegen de eerste vorst beschermen door ze op tijd naar binnen te halen. Lente-uien kunnen daarentegen nog tot half oktober geoogst worden.
De moestuin is intussen zo goed als leeg. De verwelkte planten kunnen onder de aarde gestopt worden en houden zo de aarde los. Het uitstrooien van een groenbemester als mosterdzaad of klaver helpt bij het verrijken van de bodem met voedingstoffen.
Hoewel de meeste groentesoorten niet tegen vorst kunnen, moet je wat boerenkool betreft eerst de nachtvorst erover heen laten gaan. De kou stimuleert afgifte van suiker in het gewas, waardoor het beter en zoeter smaakt.
Oktober is daarnaast ook de beste tijd om in een na ongeveer 8-10 jaar je rabarberplant te delen. De nieuwe planten hebben graag voedingsrijke grond en voldoende ruimte. Het jaar daarop kun je de rabarber niet oogsten en moet je net gedeelde rabarber een jaar met rust laten.
Nu vanwege de kou steeds meer dieren op zoek gaan naar een winterschuilplaats, zouden stapels takken, stenen of hout niet meer verwijderd of verplaatst moeten worden. De kans bestaat dat de eerste wintergasten zich al genesteld hebben, en zij moeten niet gestoord worden.
Kleine hopen bladeren op een beschutte zijn voor egels een perfecte plek om de winter door te brengen. Maak deze hopen niet te groot, anders gaan de bladeren bij nat weer plakken, waardoor de egel stikt.
We raden aan om takjes, stromatten en vliesdoeken te gebruiken om de planten tegen de eerst vorst te beschermen. Bladeren laten zich ook goed gebruiken als bescherming tegen de kou. Kwetsbare kuipplanten kun je het beste op voorhand op een beschutte plek zetten.
Om ervoor te zorgen dat de composthoop zo snel mogelijk verteert, is het belangrijk dat de losse componenten goed worden vermengd. Versnipperen met een hakselaar versnelt het composteerproces aanzienlijk. Houtsnippers zijn daarentegen ook zeer geschikt als mulch voor de bedden of als bedekking voor tuinpaden.
Walnoten zijn rijp als ze van de boom vallen. Bij appels en peren is dat anders. Deze kun je het beste plukken zodra ze rijp zijn. Uit de boom gevallen fruit haal je in plaats daarvan zo snel mogelijk weg bij de bomen, omdat het snel een heleboel insecten aantrekt.
In ‘gouden’ oktober bereid je de tuin voor op een rustige winterperiode. De laatste voorbereidingen worden getroffen zodat kwetsbare planten de kou overleven. De rest gebruikt deze periode om te zorgen voor nieuwe voedingsstoffen voor de groei in het voorjaar.
