In de buitencategorie ‘kleine moeite, groot plezier’ kom je de Petunia geheid tegen.
Met deze makkelijke dame creëer je in no-time dat zalige zomergevoel in je tuin of op je balkon.
De plant bloeit uitbundig met steeds nieuwe kelken van mei tot de vorst. De 'juwelen van de zomer', zoals ze vroeger werden genoemd, kun je prima planten in de volle grond. Maar het beste pronkt de Petunia in hangmanden, bakken en potten. Dat geeft de bloemen de ruimte om als een waterval over de rand te hangen. En er valt nogal wat te showen: de plant is er met gestreepte en gestipte bloemen, met kleurverloop, een wit randje of een verfijnde tekening. En effen van hagelwit tot karmozijn, diepblauw paars en bijna zwart. Petunia heeft het allemaal in huis, in enkele en dubbele bloemen.
Petunia hoort bij de nachtschadefamilie en groeit in het wild in Zuid-Amerika. Daar zijn 35 verschillende soorten te vinden, vaak opmerkelijk schrieler dan de Petunia die je bij kwekerijen, bloemisten en tuincentra koopt. De eerste Petunia kwam in 1823 naar Europa. Deze witte Braziliaanse kreeg niet lang daarna gezelschap van lila en dieprode Argentijnse soorten. Uit deze oervormen is de Petunia op jouw terras voortgekomen.