Wanneer je op zoek bent naar een nieuwe stijl voor je huis is het eerste wat je doet het internet afstruinen.
Woonblogs als deze, Pinterest en ook Instagram is steeds meer een marketingtool aan het worden voor mode- en stijlontwerpers. Er zullen dus al genoeg inrichtingen aan je netvlies voorbij gekomen zijn. We gaan ze daarom hier nog niet eens allemaal opsommen, maar willen ons beperken tot de uitleg van een interieurstijl: het industriële interieur.
Het is niet zo dat je met het laten leggen van een grijze gietvloer en het plaatsen van een industriële tafel, hup meteen een industrieel interieur hebt. Net als andere inrichtingen gaat het erom dat je balans creëert en er een homogeniteit ontstaat tussen vloer, wanden, meubels en accessoires. De basis van een industriële inrichting ligt hem in de fabrieksinrichtingen van de 19e en begin 20e eeuw. Daarbij werk je met:
- neutrale kleurtonen, niet alleen grijs wit en zwart maar ook met dat ouderwetse donkere mintgroen, menierood/oranje en roesttinten
- meubels die in de eerste plaats functioneel zijn en in tweede plaats pas sierwaarde bieden
- doelgerichte verlichting, grote lampen die de gehele ruimte goed verlichten
- stoere materialen zoals metalen, steigerhout, graniet, bakstenen en eventueel beton
-accessoires met een knipoog naar die tijd, zink, vlechtwerk van touw en ijzerdraad en ruwe stoffen zoals zeildoek en jute.
Wanneer je denkt aan bijvoorbeeld een zithoek van steigerhout of pallets, een industriële tafel met een onderstel van H-binten of een oude dossierkast voor in de keuken, vraag je je misschien af hoe je dit in hemelsnaam kan combineren met de spulletjes die je al hebt. Wanneer je echter begint bij de basis, dus de vloer en de muren zal je zien dat industrieel prima met strak modern, retro of landelijk te combineren is. Zeker wanneer je open staat voor het samenstellen van een inrichting waarin alles mag en niets moet en jij je lekker voelt, zal je zien dat je de nieuwe stijl voor je huis voornamelijk moet zoeken in je eigen persoonlijkheid.
