De 118 van Thonet: geraffineerde details en een overtuigende hommage.
Sebastian Herkner ontwerpt voor Thonet een moderne herinterpretatie van de ‘Frankfurter stoel’. Minimalistisch en eerlijk, rank en tot in detail vormgegeven: de 118 is een klassieke houten stoel die elke eettafel en elk restaurant een vleugje elegantie verleent.
Met zijn nieuwe stoelserie, die op de imm cologne 2018 voor het eerst wordt gepresenteerd, slaat de Duitse designer Sebastian Herkner een brug naar de veelzijdige erfenis van Thonet. Al in het midden van de 19e eeuw ontwikkelde Michael Thonet het principe om een stoel tot zo min mogelijk bestanddelen te reduceren. Herkner pakt dit principe op, maar gaat met de 118 zelfs nog een stap verder. Hij combineert de eenvoud en soberheid, die de laatste tijd in de mode zijn, met nieuwe geraffineerde details. Hierdoor wordt de stoel minder dominant en krijgt hij tegelijk een voornamer karakter.
De nieuwe stoelserie 118 is gebaseerd op Thonet-klassieker stoel 214. Hij heeft een uit één stuk gebogen houten frame en een zitting van gevlochten riet, maar is optioneel ook verkrijgbaar met een voorgevormde zitting van multiplex. Een ander bijzonder kenmerk van de 118 is de vorm van de stoelpoten. Deze zijn aan de achterkant afgerond en aan de voorkant licht hoekig, waardoor een fraai contrast ontstaat. De hellingshoek van de rugleuning is perfect afgestemd op de hoefijzervorm van de zitting, waardoor de stoel bijzonder prettig zit. De 118 is verkrijgbaar in beuken naturel en in gelakte en gebeitste uitvoeringen.
Bij het ontwerp van de 118 heeft Sebastian Herkner zich niet alleen beziggehouden met de geschiedenis van Thonet, maar ook met kwesties die in de Bauhaus-tijd hevig bediscussieerd werden, onder meer tijdens de tentoonstelling ‘Der Stuhl’ (1929) in Frankfurt. Toentertijd ging alle aandacht uit naar het zoeken naar de ‘nieuwe stoel’ – een zitgelegenheid die tegemoet zou komen aan de gewoonten en het ritme van levendige mensen, zoals de toenmalige directeur van de Frankfurtse kunstacademie Fritz Wichert het formuleerde in de tentoonstellingscatalogus. Bij deze tentoonstelling, die ‘tot nieuwe ideeën oproept en wil inspireren’, waren ook tal van Thonet-ontwerpen te zien. Als allroundstoel voldoet de nieuwe 118 aan het idee van een zitgelegenheid voor verschillende gebruiksdoeleinden zoals gepropageerd tijdens de stoelententoonstelling in Frankfurt. Een andere bron van inspiratie was voor Sebastian Herkner de zogenoemde ‘Frankfurter stoel’ – eveneens een ontwerp uit de jaren 30 en lange tijd het schoolvoorbeeld van een universele stoel. Kenmerkend voor deze stoel was het solide ontwerp dat bestond uit niet meer dan vier stoelpoten, een zitting en een rugleuning. De stoel was indertijd leverbaar in allerlei varianten. Herkner heeft zijn nieuwe ontwerp voor Thonet de ‘Offenbacher stoel’ gedoopt, een verwijzing naar zijn geboortestad Offenbach.
Thonet, dat in 2019 zijn 200-jarig jubileum viert, bewijst met de 118 zijn uitgesproken fijne neus voor kwalitatief hoogwaardige innovaties. Dit is geheel in de geest van het Bauhaus, dat in 2019 eveneens een jubileumjaar beleeft: dan is het 100 jaar geleden dat de bekende Duitse kunstschool werd opgericht.
