Foto: Nederlander-laat-geld-liggen-tijdens-hypotheekadvies

Nederlander laat geld liggen tijdens hypotheekadvies

Duurzaamheidsmonitor Woonnu toont dat hypotheekadviseurs verduurzaming Nederlandse huizen kunnen versnellen

In 2026 worden (hybride) warmtepompen de standaard voor het verwarmen van woningen en vanaf 2030 mogen geen woningen meer verhuurd worden met een energielabel E, F, of G. De verduurzamingsplannen van de overheid worden steeds concreter. Huizenbezitters wíllen wel graag in een duurzaam huis wonen (86%), maar weten niet goed hoe ze dit moeten aanpakken en wat een duurzaamheidsinvestering onderaan de streep oplevert. Dit en meer blijkt uit de Duurzaamheidsmonitor van Woonnu die onlangs is gepubliceerd. Slechts 62 procent van de hypotheekadviseurs geeft aan dat duurzaamheid in meer dan de helft van de gesprekken aan bod komt. Verduurzaming gecombineerd met rentekorting blijkt nog geen standaard gespreksonderwerp tijdens het hypotheekadvies. Hierdoor laten (toekomstige) huizenbezitters geld liggen en voldoen veel woningen nog niet aan toekomstige duurzaamheidsvereisten.

Investeren voor financiële winst onder de streep

Om de klimaatdoelen te behalen is afgesproken dat in 2050 7 miljoen woningen aardgasvrij en voldoende geïsoleerd moeten zijn. Naast de rol van woningcorporaties en het bedrijfsleven wordt ook van huizenbezitters gevraagd hier werk van te maken. Uit de vandaag gepubliceerde Duurzaamheidsmonitor van hypotheekverstrekker Woonnu blijkt dat het merendeel van Nederland (86%) graag in een duurzaam huis wil wonen, maar dat er nog onvoldoende kennis is over de financiële voordelen van verduurzaming en hoe ze het moeten aanpakken. De voornaamste redenen voor verduurzaming zijn een lagere energierekening (73%), een positieve impact op het klimaat (50%), een hogere woningwaarde (38%) en voldoen aan de eisen van het klimaatakkoord (8%). Patricia Plass, CEO Woonnu: “Opvallend is dat rentekorting nog geen belangrijk verduurzamingsmotief voor consumenten lijkt, terwijl investeren in verduurzamingsmaatregelen in combinatie met een rentekorting ‘onder de streep’ vaak financiële winst oplevert. Door in het hypotheekgesprek al inzicht te bieden in de totale woonlasten, inclusief rentekorting en de return on investment van verduurzamingsmaatregelen, kan de drempel om te investeren in een duurzamere woning verlaagd worden.”

Kansen voor hypotheekadviseurs

Alhoewel hypotheekadviseurs steeds beter zijn geïnformeerd over verduurzamingsmogelijkheden – 83 procent heeft een opleiding of training gevolgd over dit onderwerp - blijkt dat slechts 52 procent van de klanten vindt dat de adviseur daadwerkelijk voldoende kennis heeft op het gebied van duurzaamheid. Terwijl 75 procent het belangrijk vindt dat de hypotheekadviseur advies over duurzaamheid altijd meeneemt. En 59 procent heeft meer vertrouwen in adviseurs als zij duurzaamheid actief aanhalen in het gesprek. Andersom denkt meer dan de helft (57%) van de adviseurs dat consumenten geen behoefte hebben aan advies hierover. Plass: “Hier ligt een kans voor hypotheekadviseurs. Er is een grote behoefte aan concreet duurzaamheidsadvies bij consumenten, waarvan zelfs bijna de helft bereid is extra geld uit te geven aan goed advies (47%). Naast zelf informatie vergaren en advies van een energieadviseur wordt de hypotheekadviseur door ruim een derde (35%) gezien als belangrijkste informatiebron voor advies".

Liever eigen geld dan hypotheek inzetten

Als men verduurzaamt, wat wordt er dan aangepakt? De meest populaire – en snel door te voeren – maatregelen om het huis te verduurzamen zijn dubbelglas of HR-glas; 66 procent van de ondervraagden kiest hiervoor, en dan vooral toekomstige huizenbezitters die van plan zijn om een huis te kopen (81%). Andere verduurzamingsmaatregelen zijn onder meer zonnepanelen (57%), dakisolatie (39%), het laten plaatsen van een HR++-ketel (51%), vloerisolatie (35%) en spouwmuurisolatie (39%). Voor alle doorgevoerde maatregelen gebruikt een overgroot deel (64%) van de ondervraagden eigen geld. Bijna één derde (29%) kiest voor een combinatie van een hypotheek en een lening; 32 procent kiest voor het ophogen van de hypotheek. Subsidies lijken niet zo populair, mogelijk door al het papierwerk kiest slechts 22 procent daarvoor. Voor de wat langere termijn maatregelen die consumenten binnen een termijn van 5 jaar willen uitvoeren, is ook de keuze voor eigen geld populairder. In dit geval boort ruim de helft (56%) liever de spaarpot aan, gevolgd door een lening (14%), het oversluiten van de hypotheek (18%), het ophogen van de hypotheek (23%) en subsidies (12%).

Hoe kan duurzaamheid een prominenter onderdeel worden van het hypotheekgesprek volgens adviseurs?

- Duurzaamheid als verplicht onderdeel van de opleiding
- Kennisdeling bij adviseurs onderling
- Betere samenwerking in de verduurzamingsketen waardoor het voor zowel klant als adviseur helder is welke maatregelen er kunnen worden genomen en hoe/door wie die worden genomen.
- Software die duurzaamheid integreert in het hypotheekadvies
- Financiële vergoeding voor adviseurs om duurzaamheidsadvies mee te nemen in het gesprek (afkomstig van aanbieders van duurzaamheidsoplossingen)
- Het aanbieden van lagere rentes
- Het inzichtelijk maken van het financiële voordeel voor de klant op lange termijn

Via de Verduurzamingscheck kunnen consumenten binnen enkele minuten kosteloos zien welke maatregelen mogelijk zijn om hun huis te verduurzamen. Susteen, verduurzamingspartner van Woonnu, verzorgt met de uitkomst van het advies uit de verduurzamingscheck de gehele uitvoering van de maatregelen. Inclusief de aanvraag voor het verbeterde energielabel.

Reacties