Foto: led-verlichting-interieur

Welke lamp haal ik in huis? Spaarlamp of toch led?

Een overzicht van voor- en nadelen van verschillende lampen en met welke andere zaken je rekening moet houden bij het uitzoeken van een geschikte lamp.

Had je vroeger alleen de keuze uit gloeilampen, halogeen of tl-verlichting, nu zijn er sinds enkele jaren verschillende soorten lampen bijgekomen. Een overzicht van de voor- en nadelen van elke soort verlichting. Dit artikel geeft je een aantal praktische tips wanneer je op zoek bent naar verlichting in huis. 

Gloeilamp

De bekendste lamp is nog steeds de gloeilamp. Gloeilampen zijn heel goedkoop, ze verspillen alleen wel heel wat stroom. Slechts 10% van de elektriciteit zetten ze om in licht, de overige 90% gaat verloren in de vorm van warmte. Gloeilampen produceren licht, wanneer elektriciteit de gloeidraad in wolfraam verwarmt. Door de warmte die de lamp zelf opwekt, verdampt het wolfraam zachtjes. Deze deeltjes zetten zich dan af op de binnenkant van de lamp en geven de lamp een zwarte schijn, waardoor die nog minder licht levert. Bovendien gaat een gloeilamp niet erg lang mee: 1000 à 1200 uur of gemiddeld één jaar. In de Europese Unie is de verkoop van een groot aantal typen gloeilampen vanaf 1 september 2012 verboden.

Halogeenlamp 

De halogeenlamp is gemaakt van kwarts, bevat halogeen en is bestand tegen hoge temperaturen. De halogeenlamp werd ontworpen om de gloeilamp te vervangen, aangezien de halogeenlamp twee keer zoveel licht geeft en veel langer meegaat: 2000 tot 5000 uur. Halogeenlampen geven een zeer helder licht en hebben een breed kleurenspectrum. Ze zijn daarom zeer geschikt voor plaatsen waar helderheid van het licht zeer belangrijk is, zoals een leeshoek of eethoek in de woonkamer. Halogeenlampen geven niet alleen veel licht maar ook veel warmte af, dus pas op!

Waar een halogeenlamp besparend is ten opzichte van een gloeilamp, geldt dit zeker niet in de vergelijking met ledlampen of spaarlampen. Halogeenverlichting gebruikt dus relatief nog vrij veel energie en deze lampen zullen hierdoor ook langzaam uit de schappen verdwijnen. De verwachting is dat de halogeenlampen rond 2016 niet meer verkocht mogen worden. 

Tl-lamp

Tl-lampen verbruiken weinig energie en hebben een zeer lange levensduur. De lampen zijn niet alleen milieuvriendelijk door hun lage energieverbruik, maar ze kunnen ook zeer gemakkelijk gerecycled worden: 90% wordt hergebruikt voor andere lampen en vijf tot tien procent wordt op een andere manier gerecycled. Tl-lampen geven veel minder warmte dan andere soorten lampen. In warm weer krijg je het dus niet nog warmer van de ingeschakelde tl-lampen.  Tl-lampen van de oude generatie gaven een koel licht waarin het niet aangenaam vertoeven was, en waarin het uiterlijk van mensen een bleke kleur aannam. De lampen van de nieuwste generatie tl-buizen flikkeren niet meer, en geven nu ook warmere lichtkleuren weer. Bovendien geven ze een trouwere kleurweergave van verlichte voorwerpen en lokalen. 

Hoewel tl-buizen een zeer goede levensduur hebben, is het nadeel van deze lampen dat de levensduur behoorlijk verminderd wordt wanneer je de lichten vaak aan en uit doet. Gebruik deze lampen dus in ruimtes waar de verlichting langdurig aan moet staan.

Ledlamp

Led is de grootste vernieuwing in verlichting sinds het elektrische licht werd uitgevonden. Leds branden tot 20 jaar lang en verbruiken slechts een fractie van de energie van een gloeilamp. Ook hebben deze lampen een zeer korte opstarttijd: je haalt de schakelaar over en de lamp brandt onmiddellijk op vol vermogen, ook buiten in de vorst. Ledlampen zijn ook tot 50% efficiënter dan spaarlampen. Eerdere modellen hadden nog kinderziektes, waardoor de beloofde levensduur soms niet gehaald werd. Dit is inmiddels opgelost. Een nadeel blijft wel dat deze lampen wat duurder zijn in de aanschaf in vergelijking met andere lichtbronnen, maar deze uitgave verdien je over het algemeen ruimschoots terug door de lange levensduur van de lamp.

Ledlampen zetten stroom zó efficiënt om in licht, dat ze niet heet worden. Je kunt nooit je handen branden aan zo'n lamp en ze kunnen ook geen brand veroorzaken. Donkere plekken op muur of plafond, zoals je met een gloeilamp nog wel eens kon ervaren, zijn verleden tijd.
Ten slotte is een ledlamp zeer milieuvriendelijk. De CO2-uitstoot als gevolg van de opwekking van de stroom wordt 85% minder en de lamp bevat geen giftige kwikdampen zoals een spaarlamp. Door de zeer lange levensduur van ledlampen komen de gebruikte materialen ook niet ieder jaar terug in de afvalberg.

TL led lamp

Door van een tl buis over te stappen op led tl buizen bespaar je tot 70% op het stroomverbruik van je lampen! Maar hoe weet je welke ledbuis je moet kiezen? Bij een led tl buis geldt dat je op een aantal criteria moet letten: kleurcode, lengte van de buis, lampvoet en buisdikte.

Spaarlamp

De spaarlamp is een vernieuwing van al weer enkele jaren terug. Een spaarlamp is in principe een tl-buis die zo gevormd is dat deze in een standaard ('gloeilamp-') fitting past, en gaat tien jaar mee. Hiermee wordt een energiebesparing van ongeveer 80% behaald. Als compacte versie van de tl-lamp zijn spaarlampen ideaal voor plaatsen waar je lange tijd veel licht nodig hebt: de woonkamer, de eetkamer en de keuken. 

Spaarlampen hebben echter wel een nadeel: deze lampen hebben altijd wat tijd nodig om op te starten. Ze zijn daarom niet ideaal als je in de voorraadkast even snel wat moet pakken, omdat het even duurt voordat ze op volle sterkte branden. Ook verliezen spaarlampen snel hun lichtopbrengst: na ongeveer twee jaar branden ze al niet meer volledig. Daarnaast wordt er kwik gebruikt in het productieproces van de spaarlamp, waardoor kapotte lampen bij het klein chemisch afval horen. 

Een vooroordeel over spaarlampen is dat ze geen gezellig licht af zouden geven. Door de productontwikkeling van de afgelopen jaren is dit vooroordeel al lang achterhaald. Bij de nieuwe spaarlampen is het licht warmer geworden. Ook waren de eerste spaarlampen die op de markt kwamen groot, log, zwaar en niet zo mooi, wat tegenwoordig ook niet meer op gaat. 

Welke fitting past?

Om de hierboven genoemde soorten lampen van elektriciteit te voorzien, bestaan er verschillende fittingen. Dit is belangrijk om bij stil te staan, zodat je zeker weet dat de lamp die je gekocht hebt ook thuis past! Dit zijn de meest voorkomende fittingen:  

Grote fitting (E27) Dit is de fitting waar een normale gloeilamp in past, en de meestgebruikte fitting in huis. Spaarlampen en ledlampen kunnen in dezelfde fitting gedraaid worden.

Kleine fitting (E14) De zogenaamde kaarsfitting, voor kleinere lampen. Hiervoor bestaan ook spaarlamp en ledlampvarianten.

Spotjes (GU10 en MR16 of GU5.3) Er bestaan twee soorten spotjes. De eerste maakt gebruik van een 'bajonet', en moet vastgedraaid worden. Dit staat bekend als een GU10 fitting. Hiernaast zijn er ook spotjes met rechte contactpunten, die simpel in de fitting gestoken worden. Dit is dan de GU5.3 fitting, soms ook MR16 genoemd.

TL-buis (G5 en G13) De G5 variant is bedoeld voor de dunne tl-buizen (±16mm dik) en de G13 variant voor de dikke tl-buizen (26mm of 38mm dik).

Watt

De watt is de eenheid van het vermogen. Wanneer er dus 60W op een lamp of verpakking staat, vertelt dit je wat over de hoeveelheid vermogen die deze lamp kan leveren. Elke soort lamp heeft echter een eigen verhouding wattage/lichtopbrengst. Meer watt betekent dus niet automatisch meer licht!

Lichtsterkte

Iedereen kent het wel: je moet een lamp vervangen en staat in de winkel met je oude lamp. Fitting, watt, je bent op alles voorbereid, maar toch duizelt het je. Niet gek, want zoals gezegd zegt het aantal watt niet alles. Hoe staat nu een gloeilamp in verhouding met de nieuwste ledlamp? Op het ene doosje staat 100W en op de andere 12W! Wat zegt dit nu allemaal? Belangrijk is om in de gaten te houden wat de lichtopbrengst is van een lamp. Een ledlamp in verhouding met een spaarlamp en een gloeilamp ziet er als volgt uit:

Bron: Greenem.nl

Zo zie je dus dat je voor een ledlamp een minder sterke lamp kunt nemen (in wattage), maar dat zo'n lamp wel evenveel licht geeft als een andere soort lamp met een groter vermogen en dus een groter verbruik. 

Energielabel verlichting

Het energielabel geeft aan hoe energiezuinig een lamp is met elektriciteit vergeleken met andere lampen. Een lamp met energielabel A is het zuinigst, een lamp met een energielabel E het minst zuinig.

- Ledlampen hebben energielabel A++ of A+.

- Spaarlampen hebben energielabel A of B.

- TL-buizen hebben energielabel A of B. 

- Halogeenverlichting heeft energielabel B, C, D, of E.

- Gloeilampen hadden energielabel E, F of G.

Behalve het energielabel moet de fabrikant op de verpakking onder andere ook het vermogen (in watt), de lichtopbrengst (in lumen) en de levensduur (in branduren) vermelden.

Tips: besparen met verlichting

Tot slot 7 tips om te besparen op elektriciteit met je verlichting:

- Laat lampen niet onnodig branden.

- Lees de verpakking goed wanneer je een spaarlamp koopt. Let op de levensduur, het energielabel en het wattage.

- Je zou kunnen stellen: als je langer dan drie minuten een ruimte verlaat, doe dan het licht uit. Let op: spaar- en tl-lampen van de oude generatie gaan minder lang mee als je ze vaak aan- en uitschakelt. Gebruik deze alleen in kamers waar je lang verblijft.

- Dimmers en transformators verbruiken elektriciteit, ook als de lamp niet brandt. Dit sluipverbruik omzeil je best door een schakelaar tussen stopcontact en dimmer of transformator te plaatsen.

- In de hal, de kelder, de tuin... kortom plaatsen waar je niet zo lang bent, kun je een timer of bewegingsmelder plaatsen.

- Vermijd het gebruik van halogeenlampen van meer dan 100 Watt. Ze verbruiken erg veel energie. Kies dan liever spaarlampen.

- Raak halogeenlampen nooit met de vingers aan. Door het inbranden van vet in het glas gaan de lampen minder lang mee.

Guido van Loon - Wonen.nl

Reacties
marcelm

Misschien handig om ook iets over kleurtemperatuur te vertellen!

8 jaar geleden